Overslaan en naar de inhoud gaan

Gerechtskosten bij de Europese procedure voor geringe vorderingen

Italië
Inhoud aangereikt door
Italië
Flag of Italy

Inleiding

De kosten van procedures zijn geregeld in de geconsolideerde Wet op de gerechtskosten (Testo Unico delle disposizioni legislative e regolamentari in materia di spese di giustizia), zoals vervat in Presidentieel Besluit nr. 115 van 30 mei 2002.

Wat zijn de geldende tarieven?

In een civiele procedure betaalt elke partij de kosten van haar eigen stukken en de kosten van de voor de procedure vereiste stukken, indien de wet dat van de desbetreffende partij vereist (artikel 8 van de geconsolideerde Wet op de gerechtskosten, Presidentieel Besluit nr. 115/2002).

De rechten in een civiele procedure zijn als volgt:

  1. standaardvergoeding voor het aanhangig maken van een zaak (artikel 9 e.v. van de Wet op de gerechtskosten);
  2. forfaitair voorschot ter dekking van de kosten van betekening dat door particulieren op verzoek van de rechtbank moet worden betaald (artikel 30 van de Wet op de gerechtskosten);
  3. vergoeding voor betekening op verzoek van de partijen (artikel 32 e.v. van de Wet op de gerechtskosten);
  4. vergoeding voor afschriften en certificaten (artikel 40 van de Wet op de gerechtskosten);
  5. registratierechten voor stukken die moeten worden ingeschreven (Presidentieel Besluit nr. 131 van 26 april 1986).

Hoeveel moet ik betalen?

De standaardvergoedingen staan vermeld in artikel 13, lid 1, punten a) tot en met g), en zijn afhankelijk van het bedrag van de zaak, zelfs als deze onbepaald is. Het bedrag wordt verminderd met de helft voor de bijzondere procedures voorzien in boek IV, titel I,van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, waaronder de procedure waarmee verweer wordt gevoerd tegen een betalingsbevel of die waarmee een vonnis van faillietverklaring wordt aangevochten, alsook voor particuliere geschillen over arbeidsrelaties, waaronder die van ambtenaren (uitgezonderd procedures waarvoor volledige vrijstelling geldt).

Artikel 10 van de Wet op de gerechtskosten voorziet in specifieke vrijstellingen. Zo geldt met name een vrijstelling van het betalen van de standaardvergoeding voor tenuitvoerleggings-, beroeps- en voorlopige procedures in verband met kinderalimentatie en andere procedures met betrekking tot het kind.

Het forfaitair voorschot dat in burgerlijke procedures door particulieren aan de staat moet worden betaald (artikel 30 van de Wet op de gerechtskosten), bestaat uit een vast bij artikel 30 van de Wet op de gerechtskosten voorgeschreven bedrag (27,00 EUR), te betalen door de partij die de procedure aanhangig heeft gemaakt, het verzoek heeft ingediend of, in het geval van tenuitvoerleggingsprocedures in onteigeningszaken, verzoekt om de toewijzing of verkoop van onroerend goed waarop beslag is gelegd.

De vergoeding voor betekening op verzoek van de partijen (artikel 32 e.v. van de Wet op de gerechtskosten) bestaat uit een door de partijen aan de deurwaarder verschuldigde vergoeding voor gemaakte reiskosten in verband met de betekening van een stuk. Het bedrag van deze eenmalige vergoeding is vastgelegd in artikel 34 van de Wet op de gerechtskosten en dat van de reiskostenvergoeding in artikel 35 van dezelfde wet.

De hoogte van de vergoedingen voor afschriften en certificaten is vastgelegd in de artikel 266 e.v. van de Wet op de gerechtskosten. Deze zijn verschuldigd voor afschriften van stukken in het zaakdossier of voor de afgifte van door de griffie gevraagde certificaten. De vergoedingen voor afschriften op papier zijn ten minste 50% hoger dan voor afschriften in elektronische vorm. Er wordt geen vergoeding gevraagd voor afschriften waarvoor het niet nodig is dat zij voor eensluidend worden gewaarmerkt (certificazione di conformità) wanneer het betreffende stuk zich in een elektronisch dossier bevindt en het afschrift is gemaakt door een persoon die bevoegd is om zich toegang tot dit dossier te verschaffen. De verschuldigde vergoeding voor afschriften van stukken in het zaakdossier die niet voor eensluidend zijn gewaarmerkt, staat vermeld in de tabel in bijlage 6 bij de Wet op de gerechtskosten. De verschuldigde vergoeding voor afschriften die voor eensluidend zijn gewaarmerkt, staat vermeld in de tabel in bijlage 7 bij die wet. De verschuldigde vergoeding voor elektronische afschriften staat vermeld in de tabel in bijlage 8 bij dezelfde wet. De vergoeding wordt verdrievoudigd voor afschriften op papier die binnen twee dagen moeten worden afgegeven, al dan niet voor eensluidend gewaarmerkt (artikel 270 van de Wet op de gerechtskosten).

Registratierechten zijn verschuldigd voor de in artikel 37 van Presidentieel Besluit nr. 131/1986 (geconsolideerde wet registratierechten) specifiek vermelde gerechtelijke stukken en bevelen, waaronder gerechtelijke stukken in civielrechtelijke zaken die (zelfs gedeeltelijk) van belang zijn geweest voor de procedure en uitvoerbare betalingsbevelen. Registratierechten moeten hoe dan ook worden betaald, zelfs als daartegen bezwaar is aangetekend of de bezwaartermijn op het tijdstip van registratie nog niet is verstreken. Afhankelijk van de definitieve uitspraak kan de hoogte van de registratierechten worden aangepast of vindt terugbetaling plaats. De verschuldigde vergoeding voor gerechtelijke stukken die moeten worden geregistreerd, staat vermeld in artikel 8 van de bijlage “Tarieven” (Tariffa) bij de geconsolideerde wet.

Wat gebeurt er als ik de gerechtskosten niet op tijd betaal?

Bij niet-betaling van de gerechtskosten zal de rechtbank of een incassobureau (conform de met Equitalia Giustizia SpA gesloten overeenkomst) een betalingsherinnering laten betekenen, met instructies hoe u de standaardvergoeding moet voldoen (artikel 248 van Presidentieel Besluit nr. 115/2002).

Bij niet-betaling van de vergoeding voor afschriften en van het conform artikel 30 van Presidentieel Besluit nr. 115/2002 vereiste bedrag, kan de rechtbank besluiten om het stuk niet in ontvangst te nemen (artikel 285 van Presidentieel Besluit nr. 115/2002).

Hoe kan ik de gerechtskosten betalen?

In geval van betaling in Italië moet de standaardvergoeding voor het aanhangig maken van een zaak bij de gewone rechter worden betaald via het IT-platform bedoeld in artikel 5, lid 2, van het wetboek digitaal bestuur, vastgelegd in wetsbesluit nr. 82 van 7 maart 2005.

Vergoedingen voor afschriften en certificaten en voor de kosten van ambtshalve kennisgevingen in civiele procedures moeten worden betaald via het IT-platform bedoeld in artikel 5, lid 2, van het wetboek digitaal bestuur, vastgelegd in wetsbesluit nr. 82 van 7 maart 2005.

Betaalt u per bankoverschrijving vanuit het buitenland, gebruik dan de volgende rekeninggegevens:

BIC: BITAITRRENT
IBAN: IT 04 O 01000 03245 350008332100

Wat moet ik na de betaling doen?

Na betaling moet u het ontvangstbewijs aan de griffie overleggen ten bewijze van betaling.

Een technisch/inhoudelijk probleem melden of feedback geven op deze pagina